Vertalingen intreden NL>DE
intreden (ww.) | abheben (ww.) ; anfangen (ww.) ; anheben (ww.) ; antreten (ww.) ; beginnen (ww.) ; einsetzen (ww.) ; starten (ww.) |
intreden | eintreten |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `intreden`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanvangenNL: beginnenNL: binnengaanNL: intreeNL: inzettenNL: monnik wordenUitdrukkingen en gezegdes
NL: een nieuw jaar
intreden
DE: in ein neues Jahr eintretenNL: (hij trad) de kamer in
DE: in das Zimmer hinein (herein)