bedenkelijk

bijv.naamw.

Uitspraak:

[bəˈdɛŋkələk]

1) wat bezorgd maakt - bedenklich

bedenkelijke ontwikkelingen - bedenkliche Entwicklungen

2) wat blijk geeft van bezorgdheid - bedenklich

een bedenkelijke blik - ein bedenkliches Gesicht

© K Dictionaries Ltd.

bedenkelijk

bedenklich ; bedenklich (bnw.) ; zweifelhaft ; ernst

Bronnen: Wiktionary; interglot; Trueterm




NL: benard
NL: betwist
NL: bezorgd
NL: dubieus
NL: gewaagd
NL: kwestieus
NL: molmig
NL: naar
NL: omstreden
NL: onzeker

NL: het ziet er bedenkelijk met je uit DE: es sieht mißlich mit dir aus