Vertaal
Naar andere talen: • beddengoed > ENbeddengoed > ESbeddengoed > FR
Vertalingen beddengoed NL>DE

het beddengoed

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈbɛdə(n)xut]

de spullen waarmee je een bed opmaakt: lakens, slopen, kussens, dekens, dekbedden - Bettzeug (das ~), Bettwäsche (die ~)
het beddengoed luchten - das Bettzeug lüften

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
het beddengoeddie Bettwäsche ; das Bettzeug
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `beddengoed`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: beddegoed
NL: lakens