Vertaal
Naar andere talen: • autoriseren > ENautoriseren > ESautoriseren > FR
Vertalingen autoriseren NL>DE
autoriseren (ww.) autorisieren (ww.) ; bekräftigen (ww.) ; bewilligen (ww.) ; erlauben (ww.) ; genehmigen (ww.) ; gestatten (ww.) ; gutheißen (ww.) ; zugestehen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `autoriseren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: fiatteren
NL: goedkeuren
NL: goedvinden
NL: machtigen
NL: permitteren
NL: toestaan
NL: toestemming verlenen
NL: vergunnen