Vertalingen afpalen NL>DE
| afpalen (ww.) | begrenzen (ww.) ; einhegen (ww.) ; festlegen (ww.) ; neppen (ww.) ; prellen (ww.) ; trassieren (ww.) |
| het afpalen | das Abgrenzen ; die Abgrenzung ; das Abstecken |
| afpalen | abgrenzen ; abmarken ; Abmarkung ; Grenzsteinsetzung ; verlochsteinen ; vermarken |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `afpalen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afbakenenNL: afbakeningNL: afzettenNL: begrenzenNL: omlijnen