afkijken

Vertalingen afkijken NL>DE

werkw.

Uitspraak:	[ˈɑfkɛikə(n)]
Verbuigingen:	keek af (verl.tijd ) heeft afgekeken (volt.deelw.)

1) bij een ander kijken en overschrijven - abschreiben , abgucken

tijdens een proefwerk afkijken bij je buurman - während einer Prüfung beim Nachbarn abschreiben/abgucken

2) (iets) leren door te kijken hoe een ander het doet - abschauen

het bakkersvak afkijken bij je vader - das Bäckerhandwerk beim Vater abschauen

Overige bronnen

afkijken (werkw.)	absehen
het afkijken	das Abgucken ; das Abschreiben

Bronnen: Wiktionary; interglot

Voorbeeldzinnen met `afkijken`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

NL: overkalken
NL: overschrijven
NL: spieken

Uitdrukkingen en gezegdes

NL: iets van iemand afkijken DE: einem etwas absehen

Zojuist vertaald