Vertalingen aardigheid NL>DE
de aardigheid (v) | die Kleinigkeit ; der äusserung von Fröhlichkeit ; der Witz ; das Vergnügen ; der Ulk ; der Streich ; das Späßchen ; der Spaß ; der Scherz ; die Lust ; die Freude ; die Keckheit ; der Humor ; die Herzlichkeit ; das Geschenk ; der Genuß ; die Gefälligkeit ; der Gefallen ; die Freundlichkeit ; die, das Freude |
Bronnen: interglot; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `aardigheid`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: cadeauNL: cadeautjeNL: flauwiteitNL: geestigheidNL: geinNL: geintjeNL: gekheidNL: genoegenNL: geschenkNL: grapUitdrukkingen en gezegdes
NL: voor de
aardigheid
DE: zum Spaß, zum (im) ScherzNL: de
aardigheid is eraf
DE: es hat den Reiz verloren