Vertaal
Naar andere talen: • aanwensel > ENaanwensel > ESaanwensel > FR
Vertalingen aanwensel NL>DE
het aanwenseldie Angewohnheit ; die Macke ; der Tic ; der Tick
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `aanwensel`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: gewoonte
NL: hebbelijkheid
NL: rarigheid
NL: tic