Vertalingen aanwensel NL>EN
| het aanwensel | the habit ; the nervous tremor ; the quirk ; the tic |
| aanwensel | trick |
Bronnen: Wakefield genealogy pages; interglot
Voorbeeldzinnen met `aanwensel`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: gewoonteNL: hebbelijkheidNL: rarigheidNL: tic