Vertalingen aanvankelijk NL>DE
aanvankelijk
bijv.naamw.
in het begin;
eerst -
anfänglich | Aanvankelijk vond ik haar niet aardig, nu wel. - Anfänglich fand ich sie nicht nett, nun wohl. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| aanvankelijk | anfangs (bnw.) ; anfänglich ; am Anfang |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `aanvankelijk`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: eerstNL: oorspronkelijk
