Vertalingen luier NL>DE
luier
zelfst.naamw.
Uitspraak: | ['lœyjər] |
Verbuigingen: | luiers (meerv.) |
kledingstuk voor mensen die in hun broek plassen en poepen -
Windel (die ~) De peuter is al zindelijk, maar 's nachts heeft hij nog een luier om. - Das Kleinkind ist schon sauber, aber nachts trägt es noch eine Windel. wegwerpluiers - Wegwerfwindeln |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
Bron: interglotVoorbeeldzinnen met `luier`

Voorbeeldzinnen laden....