I het zeer

zelfst.naamw.

Uitspraak:

[zer]

pijn - weh , Schmerz (der ~)

dat doet zeer - das tut weh

oud zeer (=iets dat al lange tijd verdriet veroorzaakt) - alter Schmerz

II zeer

bijv.naamw.

Uitspraak:

[zer]

pijnlijk - schmerzend

een zere plek - eine schmerzende Stelle

Dat was tegen het zere been. (=<dit zeg je als iemand een kwetsende opmerking tegen een ander heeft gemaakt>) - Das war ein Tritt gegen das Schienbein.

III zeer

bijwoord

Uitspraak:

[zer]

in grote mate - sehr

zeer groot - sehr groß

© K Dictionaries Ltd.

zeer (znw.)	das Übel
het zeer	Schmerz ; schmerzhaft ; sehr
zeer	auffällig ; außergewöhnlich ; außerordentlich ; besonders ; höchst ; selten ; Weh ; äußerst ; sehr

Bronnen: interglot; Wiktionary; Trueterm




NL: afschuwelijk
NL: bijzonder
NL: buitengemeen
NL: buitengewoon
NL: buitensporig
NL: erg
NL: excessief
NL: extreem
NL: gevoelig
NL: heel

NL: zeer doen DE: weh tun
NL: Iemand in zijn zeer tasten DE: jemands wunde Stelle berühren
NL: oud zeer DE: ein altes Übel, ein alter Schaden DE: (huiduitslag) Grind (der)
NL: zere plek DE: peinliche Stelle
NL: zere vinger DE: schlimmer, böser Finger
NL: zeer hoofd DE: (uitslag) Kopfgrind (der)
NL: zeer mooi DE: sehr schön, recht schön
NL: zeer modern DE: hochmodern
NL: al te zeer DE: allzusehr, gar zu sehr
NL: ten zeerste DE: sehr DE: höchst, aufs höchste
NL: voor verdere opdrachten houden wij ons ten zeerste aanbevolen DE: zu weiteren Aufträgen halten wir uns bestens empfohlen
NL: ten zeerste (dringend) (aanbevelen) DE: dringendst
NL: ik verzoek u ten zeerste DE: ich bitte Sie angelegentlich(st)
NL: dank u ten zeerste DE: danke bestens, ich danke verbindlich(st)
NL: om het zeerst DE: um die Wette