Vertaal
Naar andere talen: • wand > ENwand > ESwand > FR
Vertalingen wand NL>DE

de wand

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  [wɑnt]
Verbuigingen:  wanden (meerv.)

afsluiting of binnenkant van een muur - Wand (die ~)
Er hangt een mooi schilderij aan de wand. - An der Wand hängt ein schönes Gemälde.
wandspiegel - Wandspiegel
scheepswand - Schiffswand

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
de wand (m) die Mauer ; die Wand
wand Mantel ; Rumpfzarge ; Schutzmauer ; Trennwand ; Wand ; Wandblech ; Wandung
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `wand`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: afscheiding
NL: beschot
NL: buitenwand
NL: kamerwand
NL: schot
NL: schut
NL: tussenschot