Vertalingen vijand NL>DE
de vijand
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | ['vɛijɑnt] |
Verbuigingen: | vijanden (meerv.) |
de vijandin
zelfst.naamw. (v.)
Uitspraak: | [vɛijɑn'dɪn] |
Verbuigingen: | vijandnen (meerv.) |
1) persoon die je haatant -
Feind (der ~) Zoiets wens je je ergste vijand niet toe. (=<dat zeg je van iets heel vervelends>) - So etwas wünscht man seinen ärgsten Feinden nicht.
|
aartsvijand (=je ergste, grootste vijand) - Erzfeind
|
vriend en vijand (=iedereen) - Freund und Feind
Vriend en vijand zijn het hierover eens. - Freund und Feind sind sich einig hierüber.
|
2) partij of land waarmee je een zwaar conflict hebt of oorlog voert -
Feind (der ~) Een deel van het leger is overgelopen naar de vijand. - Ein Teil des Heers ist zum Feind übergelaufen. heulen met de vijand - mit den Wölfen heulen |
3) iets wat schadelijk is of een gevaar is voor iets anders -
Feind (der ~) Angst is de vijand van innovatie. - Angst ist der Feind der Innovation. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de vijand (m) | der Feind ; der Gegner ; der Widersacher |
vijand | der Konkurrent ; der Rivale |
Bronnen: interglot; Wikipedia; mwb
Voorbeeldzinnen met `vijand`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: tegenstanderNL: tegenstreefsterNL: vijandin