Vertaal
Naar andere talen: • verzetten > ENverzetten > ESverzetten > FR
Vertalingen verzetten NL>DE

I verzetten

werkw.
Uitspraak:  [vər'zɛtə(n)]
Verbuigingen:  verzette (verl.tijd ) heeft verzet (volt.deelw.)

1) op een andere plaats of in een andere stand zetten - versetzen , verstellen
de wijzers van de klok verzetten - die Zeiger der Uhr verstellen
uitdrukking veel werk verzetten

2) naar een ander tijdstip verplaatsen - verschieben , verlegen
een afspraak verzetten - eine Verabredung verschieben


II zich verzetten

reflexief werkw.
Uitspraak:  [vər'zɛtə(n)]
Verbuigingen:  verzette zich (verl.tijd ) heeft zich verzet (volt.deelw.)

iets of iemand proberen tegen te houden - widersetzen , Widerstand leisten
Ze verzette zich niet tegen haar arrestatie. - Sie widersetzte sich ihrer Verhaftung nicht.
je verzetten tegen iets/iemand - sich jemandem widersetzen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
verzetten (ww.) sich widersetzen (ww.) ; zusammenrücken (ww.) ; zur Seite rücken (ww.) ; wehren (ww.) ; verstellen (ww.) ; versetzen (ww.) ; verschleppen (ww.) ; verschieben (ww.) ; verrücken (ww.) ; verlegen (ww.) ; umstellen (ww.) ; sich wehren (ww.) ; sich versetzen (ww.) ; sich sträuben (ww.) ; setzen (ww.) ; einrücken (ww.) ; aufrücken (ww.) ; abwehren (ww.)
verzetten (werkw.) schlingern ; widersetzen ; verlagern ; umsetzen
Bronnen: interglot; Wiktionary


Voorbeeldzinnen met `verzetten`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: disloqueren
NL: omzetten
NL: ontspannen
NL: opschuiven
NL: plaats maken
NL: protesteren
NL: roeren
NL: tegengaan
NL: tegenspartelen
NL: tegenstribbelen

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: (feest etc.) op een andere dag verzetten DE: auf einen andren Tag verlegen DE: (klok) richtig, anders stellen
NL: een heleboel werk verzetten DE: viel Arbeit leisten DE: (zijn verdriet, zorgen) vertreiben
NL: (een belediging etc.) niet kunnen verzetten DE: nicht verwinden, verschmerzen können
NL: zijn zinnen verzetten, z. verzetten DE: seine Gedanken ablenken, sich zerstreuen, Zerstreuung suchen
NL: z. verzetten (tegen) DE: zie: in verzet komen