Vertalingen verwachten NL>DE
verwachten
werkw.
Uitspraak: | [vər'wɑxtə(n)] |
Verbuigingen: | verwachtte (verl.tijd ) heeft verwacht (volt.deelw.) |
(een toekomstige gebeurtenis of toestand, iemands komst) waarschijnlijk achten -
erwarten , rechnen mit Ik had niet verwacht dat me dat zou overkomen. - Ich hatte nicht erwartet, dass mir das passieren würde. Iedereen verwachtte een spectaculaire wedstrijd. - Jeder erwartete einen spektakulären Wettkampf. Ik verwacht om elf uur thuis te zijn. - Ich rechne damit, um elf Uhr zu Hause zu sein. veel van iets of iemand verwachten - viel von etwas oder jemandem erwarten Ik verwacht u morgenochtend om tien uur op mijn kantoor. - Ich erwarte Sie morgen früh um zehn Uhr in meinem Büro. |
Dat was/viel te verwachten. (=dat dat zou gebeuren, had je op voorhand kunnen weten) - Das war zu erwarten.
|
Ze verwacht een kind. (=ze is zwanger) - Sie erwartet ein Kind.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
verwachten (ww.) | entgegensehen (ww.) ; erwarten (ww.) ; harren (ww.) ; hoffen (ww.) ; voraussehen (ww.) |
verwachten (werkw.) | erwarten |
verwachten | Vorhersage |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `verwachten`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: anticiperenNL: denkenNL: hopenNL: rekenenNL: rekenen opNL: tegemoetzienNL: uitkijken naarNL: vermoedenNL: verwachtNL: voorspellenUitdrukkingen en gezegdes
NL: niet veel van iets
verwachten
DE: sich nicht viel von etwas versprechenNL: (zo iets) had ik niet van je verwacht
DE: (achter je gezocht) hätte ich dir nicht zugetraut