Vertaal
Naar andere talen: • uitrekken > ENuitrekken > ESuitrekken > FR
Vertalingen uitrekken NL>DE
uitrekken (ww.) ausdehnen (ww.) ; recken (ww.) ; verlängern (ww.)
uitrekken (werkw.) auseinanderziehen ; dehnen ; strecken ; verlängern
het uitrekkendas Ausrecken
uitrekken breiter machen ; dehnen ; recken
Bronnen: interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.; A.M.T.S.


Voorbeeldzinnen met `uitrekken`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: elongeren
NL: lengen
NL: opwinden
NL: rekken
NL: spannen
NL: strekken
NL: verlengde
NL: verlengen

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: z. uitrekken DE: sich dehnen, sich recken, sich strecken