Vertaal
Naar andere talen: • turen > ENturen > ESturen > FR
Vertalingen turen NL>DE

turen

werkw.
Uitspraak:  [ˈtʏrə(n)]
Verbuigingen:  tuurde (verl.tijd ) heeft getuurd (volt.deelw.)

met inspanning kijken - spähen , starren
in de verte turen - in die Ferne starren
We tuurden de weg af. - Wir starrten den Weg hinab.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
turen (ww.) anglotzen (ww.) ; anschauen (ww.) ; ansehen (ww.) ; anstarren (ww.) ; beobachten (ww.) ; betrachten (ww.) ; gucken (ww.) ; schauen (ww.) ; sehen (ww.) ; spähen (ww.) ; starren (ww.) ; stieren (ww.) ; wahrnehmen (ww.)
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `turen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aanschouwen
NL: bekijken
NL: kijken
NL: onderscheiden
NL: ontwaren
NL: opmerken
NL: speurend kijken
NL: staren
NL: zien