Vertalingen tak NL>DE
de tak
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [tɑk] |
Verbuigingen: | takken (meerv.) |
1) een uitstekend deel dat uit de stam van een boom of uit een andere tak groeit -
Ast (der ~), Zweig (der ~) dennentak - Tannenzweig |
wandelende tak (=insect dat op een takje lijkt) - Stabheuschrecke
|
2) onderdeel van een groter geheel -
Zweig (der ~), Arm (der ~) een andere tak van de familie - ein anderer Familienzweig een belangrijke tak van sport - ein wichtiger Sportzweig een zijtak van de rivier de Rijn - ein Seitenarm des Flusses Rhein |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de tak (m) | der Zweig ; der Stock ; die Sektion ; die Geschäftsstelle ; das Fach ; der Baumzweig ; der Ast ; die Abteilung |
de tak | die Sparte ; die Branche |
tak | Ast ; Zweig einer Schaltung ; Zweig ; Streckenabschnitt ; Sprung ; Ramus ; Programmzweig ; Kante |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `tak`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afdelingNL: afsplitsingNL: afstammingNL: boomtakNL: brancheNL: deelsoortNL: departementNL: detachementNL: entNL: kindschapUitdrukkingen en gezegdes
NL: tak van handel, bedrijf
DE: Geschäftszweig, Branche (die)NL: tak van industrie, nijverheid
DE: Industriezweig, GewerbszweigNL: tak van dienst
DE: Dienstzweig (der) DE: Dienstfach (das)NL: takken (v.d. luchtpijp)
DE: Äste, Verzweigungen