Vertalingen tuimelen NL>DE
tuimelen (ww.) | kippen (ww.) ; purzeln (ww.) ; stolpern (ww.) ; taumeln (ww.) ; umfallen (ww.) ; umkippen (ww.) |
het tuimelen | das Fallen ; das Stürzen |
tuimelen | Kippen ; rotieren ; Schlingern ; sich überschlagen ; Taumeln ; Torkeln |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `tuimelen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: buitelenNL: draaienNL: flikkerenNL: gevallenNL: kelderenNL: kiepenNL: kieperenNL: vallen