Vertalingen buitelen NL>DE
buitelen (ww.) | einenPurzelbaumschlagen (ww.) ; fallen (ww.) ; fliegen (ww.) ; hinfallen (ww.) ; kippen (ww.) ; purzeln (ww.) ; stürzen (ww.) ; taumeln (ww.) ; umfallen (ww.) ; umkippen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `buitelen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: dartelenNL: duikelenNL: failleren