Vertalingen tintelen NL>DE
tintelen
werkw.
Uitspraak: | [ˈtɪntələ(n)] |
Verbuigingen: | tintelde (verl.tijd ) heeft getinteld (volt.deelw.) |
een zacht, prikkelend gevoel geven -
kribbeln Mijn handen tintelen van de kou. - Meine Hände kribbeln vor Kälte. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
tintelen (ww.) | perlen (ww.) ; prickeln (ww.) ; schäumen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `tintelen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: mousserenNL: opbruisenNL: prikkelenNL: slapenNL: sprankelenUitdrukkingen en gezegdes
NL: tintelen van geest
DE: sprühen, sprudeln von WitzNL: (zijn ogen)
tintelen van plezier
DE: leuchten vor FreudeNL: tintelend van leven
DE: lebensprühend