Vertalingen taxeren NL>DE
taxeren
werkw.
Uitspraak: | [tɑkˈserə(n)] |
Verbuigingen: | taxeerde (verl.tijd ) heeft getaxeerd (volt.deelw.) |
schatten hoeveel iets is -
taxieren , schätzen de waarde van een huis taxeren - den Wert eines Hauses schätzen Kun jij taxeren hoever het nog is naar Parijs? - Kannst du schätzen, wie weit es noch bis Paris ist? de kosten taxeren op drieduizend euro - die Kosten auf dreitausend Euro schätzen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
taxeren (ww.) | anschlagen (ww.) ; schätzen (ww.) ; taxieren (ww.) ; veranschlagen (ww.) ; voranschlagen (ww.) |
taxeren | schätzen |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `taxeren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanslaanNL: afwegenNL: beramenNL: geringschattenNL: ramenNL: schattenUitdrukkingen en gezegdes
NL: te hoog, te laag
taxeren
DE: zu hoch, zu niedrig einschätzen, überbewerten, unterbewertenNL: getaxeerde waarde
DE: Taxwert (der)