Vertaal
Naar andere talen: • snurken > ENsnurken > ESsnurken > FR
Vertalingen snurken NL>DE

snurken

werkw.
Uitspraak:  [ˈsnʏrkə(n)]
Verbuigingen:  snurkte (verl.tijd ) heeft gesnurkt (volt.deelw.)

tijdens je slaap harde geluiden maken met je keel of neus - schnarchen
iedere nacht liggen snurken en daardoor je partner uit de slaap houden - jede Nacht schnarchen und dadurch den Partner aus dem Schlaf holen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
snurken (ww.) schnarchen (ww.)
snurken (werkw.) schnarchen
snurken Rhonchi ; Schnarchen
Bronnen: interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `snurken`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: ronken
NL: slapen