Vertalingen sjouwen NL>DE
sjouwen
werkw.
Uitspraak: | [ˈʃɑuwə(n)] |
Verbuigingen: | sjouwde (verl.tijd ) heeft gesjouwd (volt.deelw.) |
(iets zwaars) met veel moeite en inspanning dragen -
schleppen stenen sjouwen - Steine schleppen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
sjouwen (ww.) | schleppen (ww.) ; tragen (ww.) ; wuchten (ww.) |
sjouwen (werkw.) | schleppen |
Bronnen: interglot; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `sjouwen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: dragenNL: meeslepenNL: ploeterenNL: torsenNL: zeulenUitdrukkingen en gezegdes
NL: met bagage
sjouwen
DE: sich mit Gepäck schleppen DE: (zwaar werken) sich abrackern, sich schinden DE: (rondslenteren) herumschlendern, umherschlendern