Vertalingen ploeteren NL>DE
ploeteren
werkw.
Uitspraak: | [ˈplutərə(n)] |
Verbuigingen: | ploeterde (verl.tijd ) heeft geploeterd (volt.deelw.) |
moeizaam en met veel inspanning werken -
sich abplagen , sich durchkämpfen © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
ploeteren (ww.) | schuften (ww.) ; sich abarbeiten (ww.) ; sich abmühen (ww.) ; sich abrackern (ww.) |
ploeteren | Aufwallenlassen ; Bülwern |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `ploeteren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afbeulenNL: afjakkerenNL: afslovenNL: plonzenNL: sappelenNL: slovenNL: zwoegen