Vertalingen rijtuig NL>DE
het rijtuig
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈrɛitœyx] |
Verbuigingen: | rijtuigen (meerv.) |
1) wagen voor personenvervoer die door een of meer paarden wordt getrokken -
Kutsche (die ~) een tochtje in een open rijtuig - eine Fahrt in einer offenen Kutsche |
2) treinwagon -
Waggon (der ~) het rijtuig der eerste klasse - der Waggon der ersten Klasse |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
het rijtuig | die Kutsche ; der Wagen ; der Waggon ; der Wagon |
de rijtuig (m) | der Eisenbahnwagen ; der Eisenbahnwagon ; das Fuhrwerk ; der Karren ; die Kutsche ; das Vehikel ; der Wagen ; die Zugmaschine ; der Zugwagon |
Bronnen: Wiktionary; interglot
Voorbeeldzinnen met `rijtuig`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: calcheNL: karNL: koetsNL: spoorwagonNL: tramwagenNL: vehikelNL: voertuigNL: wagenNL: wagon