I het rek

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[rɛk]
Verbuigingen:	rekken (meerv.)

constructie van latten of stangen om iets op te leggen of te hangen - Gestell (das ~), Gerüst (das ~), Regal (das ~), Ständer (der ~), Ablage (die ~)

droogrek - Wäscheständer bagagerek - Gepäckablage klimrek - Klettergerüst

II de rek

zelfst.naamw. (v.)

Uitspraak:

[rɛk]

mate waarin je iets langer of breder kunt maken - Dehnung (die ~)

Er zit geen rek meer in het elastiek. - Das Elastikband weist keine Dehnung mehr auf.

De rek is eruit. (=het is niet mogelijk nog meer problemen op te lossen) - Die Möglichkeiten sind ausgeschöpft.

© K Dictionaries Ltd.

het rek	das Regal ; das Reck ; das Gestell
de rek (m)	die Stellage ; das Spalier ; das Lattenwerk ; das Lattengestell ; die Dehnung ; die Dehnbarkeit
rek	Rahmen ; Zurückbleiben der Spule ; Strecke ; spezifische Dehnung ; Regal ; Raufe ; Aktengestell ; prozentuale Dehnung ; Platinengehäuse ; Längenänderung ; Konsole ; Kettfadenstreckung ; Horden ; Gestell ; Geräterahmen ; Fressgitter ; Fadenspannung ; Dehnung ; Chassis ; Baugruppenrahmen ; Ausdehnung

Bronnen: Horecagids; interglot; Download IATE, European Union, 2017.; A.M.T.S.




NL: droogrek
NL: elasticiteit
NL: latwerk
NL: paraplubak
NL: poot
NL: rekbaarheid
NL: spankracht
NL: staander
NL: stellage
NL: stelling

NL: een hele rek DE: (tijd) eine lange Zeit DE: (afstand) eine tüchtige Strecke, ein gutes Stück DE: (het rekken) Recken
NL: er zit nog rek in die handschoenen DE: diese Handschuhe dehnen sich noch