Vertalingen prins NL>DE
prins
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [prɪns] |
| Verbuigingen: | prinsen (meerv.) |
prinses
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [prɪnˈsɛs] |
| Verbuigingen: | prinssen (meerv.) |
kind van een koning(in) -
Prinz (der ~) | kroonprins - Kronprinz |
de prins op het witte paard (=de ideale echtgenoot (die nooit komt)) - Traumprinz
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de prins (m) | der Kronprinz ; der Prinz ; der Thronanwärter ; der Thronfolger |
| prins | der Fürst |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `prins`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: heerNL: infanteNL: koningszoonNL: kroonprinsNL: kroonprinsesNL: pretendentNL: pretendenteNL: prins-gemaalNL: soevereinNL: succeseurUitdrukkingen en gezegdes
NL: v.d.
prins geen kwaad weten
DE: ganz ahnungslos sein