prins

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[prɪns]
Verbuigingen:	-en (meerv.)

prinses

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[prɪnˈsɛs]
Verbuigingen:	-sen (meerv.)

kind van een koning(in) - prince

kroonprins - crown prince

de prins op het witte paard (=de ideale echtgenoot (die nooit komt)) - knight in shining armor

© K Dictionaries Ltd.

de prins (m)	the crown princess ; the heir to throne ; the heir-apparent ; the pretender to throne ; the prince ; the prince royal ; the princess royal ; the successor to throne
prins	Prince Charming

Bronnen: interglot; MWB




NL: heer
NL: infante
NL: koningszoon
NL: kroonprins
NL: kroonprinses
NL: pretendent
NL: pretendente
NL: prins-gemaal
NL: soeverein
NL: succeseur

NL: een leventje hebben als een prins EN: live like a prince
NL: ik weet van de prins geen kwaad EN: I am as innocent as the babe unborn