Vertaal
Naar andere talen: • plegen > ENplegen > ESplegen > FR
Vertalingen plegen NL>DE

plegen

werkw.
Uitspraak:  [ˈplexə(n)]
Verbuigingen:  pleegde (verl.tijd ) heeft gepleegd (volt.deelw.)

(iets gewelddadigs) doen - ausführen , begehen , verüben
een moord plegen - einen Mord verüben
een overval plegen - einen Überfall begehen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
plegen (ww.) ausüben (ww.) ; betreiben (ww.) ; pflegen (ww.) ; treiben (ww.)
plegen (werkw.) begehen ; gewohn sein ; pflegen ; verüben
plegen begehen ; verüben
Bronnen: interglot; Wiktionary


Voorbeeldzinnen met `plegen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: bedrijven
NL: begaan
NL: gewoon zijn
NL: gewoonlijk zijn
NL: uithalen