Vertalingen particulier NL>DE
I de particulier
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [pɑrtikyˈlir] |
Verbuigingen: | particulieren (meerv.) |
iemand die niet namens een bedrijf zaken doet, maar voor zichzelf -
Privatperson (die ~) Wij leveren uitsluitend aan horecabedrijven, dus niet aan particulieren. - Wir liefern ausschließend an Gaststättenbetriebe, also nicht an Privatpersonen. |
II particulier
bijv.naamw.
van individuele personen en niet van bedrijven of de overheid -
privat particuliere beleggers - Privatanleger het particulier initiatief - die Privatinitiative |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de particulier | die Privatperson |
particulier | privat ; Privatperson ; Privatwageneinsteller ; Schiffer ; Schiffseigner |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `particulier`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: eigenNL: privaatNL: privéNL: privé-persoonUitdrukkingen en gezegdes
NL: particulier belang, bezit, persoon etc.
DE: Privatinteresse (das), Privatbesitz (der), Privatperson (die)NL: (iemands)
particuliere aangelegenheden, mening, persönliche
DE: private Angelegenheiten, MeinungNL: (iemand)
particulier (kennen)
DE: persönlich, sehr gut, intim