Vertaal
Naar andere talen: • over > ENover > ESover > FR
Vertalingen over NL>DE

I over

bijwoord
Uitspraak:  ovər]

1) van de ene plaats naar de andere - über , hinüber
Ze liepen het plein over. - Sie liefen über den Platz.

2) nog niet weg - übrig
Hoeveel is er nog over van die zak snoepjes? - Wie viel ist noch von dem Beutel Süßigkeiten übrig?
Na het bombardement was er niet veel van de binnenstad over. - Nach dem Bombardement war nicht mehr viel von der Innenstadt übrig.

3) voorbij - vorbei
Gisteren deed het nog pijn, maar nu is het over. - Gestern hatte ich noch Schmerzen, aber das ist jetzt vorbei.
uitdrukking game over


II over

voorzetsel
Uitspraak:  ovər]

1) op een oppervlak in een bepaalde richting - über
over een brug rijden - über eine Brücke fahren
De trommel viel en de koekjes rolden over de grond. - Die Plätzchendose fiel und die Plätzchen rollten über den Boden.

2) via - über
Dat bespreek ik liever niet over de telefoon. - Das bespreche ich lieber nicht übers Telefon.
Er was een ongeluk gebeurd, dus we moesten helemaal omrijden over Utrecht. - Da war ein Unfall passiert, also mussten wir einen großen Umweg über Utrecht fahren.

3) <in tijd of afstand>
verder
- in , nach
over tien minuten - in zehn Minuten
over de rand plassen

4) wat betreft - über
Over die man wil ik niets meer horen. - Über diesen Mann will ich nichts mehr hören.
Over de Tweede Wereldoorlog zijn honderden speelfilms gemaakt. - Über den Zweiten Weltkrieg wurden Hunderte von Spielfilmen gedreht.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
over (voorzetsel) über
over fertig ; über ; vorüber ; vorbei ; vollendet ; parat ; klar ; geschafft ; erledigt ; einsatzbereit ; darüber ; bereit ; beendet ; aus ; hinüber ; kommen
Bronnen: Wiktionary; interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `over`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aan
NL: aangaande
NL: af
NL: afgedaan
NL: afgelopen
NL: beëindigd
NL: betreffende
NL: boven
NL: gedaan
NL: geëindigd

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: (het is) over twaalf DE: über zwölf, zwölf Uhr vorbei, zwölf Uhr durch
NL: (10 min.) over 12 DE: nach 12
NL: overdag DE: am Tage
NL: (zij heeft iets vriendelijks) over z. DE: an s.
NL: over het hele lichaam (beven, nat zijn) DE: am ganzen Körper
NL: (iemand iets) over de post sturen DE: durch die Post zuschlicken
NL: zorg hebben over iemand DE: um einen Sorge haben
NL: (nog enkele voorbeelden van über + 3e nv:) (altijd) over de boeken (zitten) DE: über den Büchern
NL: (de armen) over de borst kruisen DE: über der Brust kreuzen
NL: over de jurk (een mantel dragen) DE: über dem Kleid
NL: (ik heb, er zijn) nog slechts drie euro over DE: nur noch drei Euro übrig, frei
NL: (deze leerlingen zijn) over DE: versetzt worden
NL: (het gevaar is) over DE: vorüber, vorbei
NL: (hij verdiende een gulden) over DE: mehr
NL: (werk je vanavond) over DE: länger
NL: (je leest die zin fout,) lees hem over DE: lies ihn noch einmal, aufs neue
NL: (maak) dat werk twee keer over DE: die Arbeit zweimal
NL: (hij tekent het portret) over DE: (opnieuw) aufs neue, von neuem, (anders) um, (van een ander na) ab, nach
NL: (meet dat) eens over DE: noch einmal, mal nach
NL: over krijgen DE: (naar de overkant van rivier, naar ginds) hinüberbekommen, hinüberkriegen, (hierheen, naar deze kant) herüberkommen, herüberkriegen
NL: de rivier over krijgen DE: über den Fluß hinüberkriegen, herüberkriegen