Vertaal
Naar andere talen: • opmaken > ENopmaken > ESopmaken > FR
Vertalingen opmaken NL>DE

opmaken

werkw.
Uitspraak:  ɔpmakə(n)]
Verbuigingen:  maakte op (verl.tijd ) heeft opgemaakt (volt.deelw.)

1) alles gebruiken tot het op is - aufbrauchen , aufessen , austrinken
alle pindakaas opmaken - die ganze Erdnussbutter aufessen
je laatste vakantiegeld opmaken aan souvenirs - das letzte Urlaubsgeld für Souvenirs ausgeben

2) deel van de uitdrukking: -
uitdrukking je bed opmaken

3) make-up aanbrengen - schminken , herrichten , zurechtmachen , auftakeln
je opmaken voor je uitgaat - sich schminken, bevor man ausgeht
zwaar opgemaakt - schwer aufgetakelt

4) deel van de uitdrukking: -
uitdrukking de kas opmaken

5) deel van de uitdrukking: -
uitdrukking zich opmaken om te vertrekken

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
opmaken (ww.) seineErsparnisseverprassen (ww.) ; dekorieren (ww.) ; feinmachen (ww.) ; fertigmachen (ww.) ; fertigstellen (ww.) ; garnieren (ww.) ; gebrauchen (ww.) ; gestalten (ww.) ; konsumieren (ww.) ; schminken (ww.) ; benutzen (ww.) ; verbrauchen (ww.) ; vergeuden (ww.) ; verprassen (ww.) ; verschwenden (ww.) ; verzieren (ww.) ; vollenden (ww.) ; Vorbereitungen treffen (ww.) ; zieren (ww.) ; aufmachen (ww.) ; aufbrauchen (ww.) ; anmalen (ww.)
het opmakendas Zurechtmachen ; das Redigieren
opmaken Aufbereiten von Daten ; abrichten ; Aufbereitung ; auszeichnen ; Datenaufbereitung ; Dressieren des Geflügels ; Druckaufbereitung ; durchbringen ; editieren ; Editiervorgang ; Formen ; Formgebung ; Putzen ; umbrechen
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm


Voorbeeldzinnen met `opmaken`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aanstalten maken
NL: afleiden
NL: afwerken
NL: doorjagen
NL: garneren
NL: gereedmaken
NL: make-up aanbrengen
NL: make-up opdoen
NL: opeten
NL: opgebruiken

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: alles opmaken DE: alles aufessen, nichts übrig lassen DE: (verkwisten) verschwenden, durchbringen DE: (bed, de haren) machen
NL: (de waren) fijn opmaken DE: hübsch aufmachen, zurechtmachen
NL: (de was) opmaken DE: besorgen, zurechtmachen DE: (gevolgtrekkingen maken) schließen
NL: een akte opmaken DE: eine Urkunde aufsetzen
NL: een akte van iets laten opmaken DE: (door notaris) eine Urkunde über etwas aufnehmen lassen
NL: de begroting opmaken DE: den Etat aufstellen
NL: een begroting (v.d. kosten) opmaken DE: die Kosten veranschlagen
NL: een bestek (v.d. kosten) opmaken DE: den Kostenvoranschlag machen
NL: ('n contract) opmaken DE: aufsetzen
NL: een lijst, staatje opmaken DE: ein Verzeichnis, eine Liste machen
NL: ('n rekening) opmaken DE: aufstellen, schreiben
NL: (de rekening) opmaken DE: machen
NL: ('n verklaring) opmaken DE: abfassen
NL: ('n verslag) opmaken DE: aufstellen, abfassen
NL: een vel druks (het zetsel) opmaken DE: (typ.) den Satz umbrechen
NL: uit die woorden maak ik op dat... DE: aus diesen Worten schließe ich, folgere ich, daß...
NL: (daaruit) valt op te maken DE: läßt sich erschließen
NL: z. opmaken, sich aufmachen (ook ong.), (make-up etc.) sich zurechtmachen, z. opmaken tot DE: (gereedmaken) sich anschicken zu