Vertalingen ongesteldheid NL>DE
de ongesteldheid (v) | die Menstruation ; die Periode ; die Regel ; das Unbehagen ; die Unpäßlichkeit ; das Unwohlsein |
ongesteldheid | Bagatellkrankheit |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `ongesteldheid`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: menstruatieNL: misselijkheidNL: onpasselijkheid