1. MWB
  2. Vertalen
  3. nuchter (NL>DE)
Vertaal
Naar andere talen: • nuchter > EN • nuchter > ES • nuchter > FR
Vertalingen nuchter NL>DE

nuchter

bijv.naamw.
Uitspraak:  [ˈnʏxtər]

1) zonder iets te hebben gegeten of gedronken - nüchtern
twee tabletten innemen op een nuchtere maag - zwei Tabletten auf nüchternem Magen einnehmen

2) zonder alcoholische drank te hebben gedronken - nüchtern
alleen nuchter achter het stuur zitten

3) kalm en rustig - nüchtern
nuchter reageren op de diefstal van je auto - nüchtern auf den Diebstahl des eigenen Autos reagieren

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
nuchter dienstlich ; geschäftlich ; lakonisch ; nüchtern ; nüchtern ; objektiv ; sachlich ; gelassen
Bronnen: interglot; Wiktionary; Trueterm


Voorbeeldzinnen met `nuchter`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: bezadigd
NL: droog
NL: koel
NL: matig
NL: niet beschonken
NL: pragmatisch
NL: present
NL: prozaïsch
NL: sober
NL: stemmig

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: op de nuchtere maag DE: auf nüchternen Magen, (innemen) nüchtern einnehmen
NL: nuchter kalf DE: Milchkalb (das) DE: (figuurlijk) Milchbart (der)