1. MWB
  2. Vertalen
  3. misleiden (NL>DE)
Vertaal
Naar andere talen: • misleiden > EN • misleiden > ES • misleiden > FR
Vertalingen misleiden NL>DE

misleiden

werkw.
Uitspraak:  [mɪsˈlɛidə(n)]
Verbuigingen:  misleidde (verl.tijd ) heeft misleid (volt.deelw.)

(iemand) opzettelijk iets laten geloven dat niet klopt - irreführen
De samenvatting geeft een misleidend beeld van het rapport. - Die Zusammenfassung gibt ein irreführendes Bild des Berichts wieder.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
misleiden (ww.) beschwindeln (ww.) ; betrügen (ww.) ; dumm daher schwätzen (ww.) ; hereinlegen (ww.) ; hinters Licht führen (ww.) ; in die Irre führen (ww.) ; irreführen (ww.) ; irreleiten (ww.) ; täuschen (ww.) ; verarschen (ww.)
misleiden (werkw.) irreführen ; täuschen
Bronnen: interglot; Wikipedia; Wiktionary


Voorbeeldzinnen met `misleiden`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: afzetten
NL: bedonderen
NL: bedriegen
NL: beduvelen
NL: belazeren
NL: besodemieteren
NL: om de tuin leiden
NL: op een dwaalspoor zetten
NL: oplichten
NL: zwendelen

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: z. laten misleiden DE: sich täuschen, sich irreführen lassen, (v.d. wijs laten brengen) sich beirren lassen
NL: (door de duisternis) misleid DE: getäuscht