Vertalingen kleren NL>DE
kleren
zelfst.naamw.
wat je over je lichaam aantrekt -
Kleidung (die ~) in je nette kleren naar een receptie gaan - in guter Kleidung zum Empfang gehen |
Kleren maken de man. (=door mooie kleren maak je een goede indruk) - Kleider machen Leute.
|
niet in je kouwe kleren gaan zitten. (=aangrijpend zijn) - nicht teilnahmslos sein
Een ongeluk met een kind gaat je niet in je kouwe kleren zitten. - Ein Unfall mit einem Kind bleibt einem nicht in den Kleidern stecken.
|
langs je kouwe kleren laten afglijden (=je niets aantrekken van (iets)) - sich um etwas nicht scheren
Ik laat die valse beschuldigingen langs mijn kouwe kleren afglijden. - Ich schere mich nicht um die falschen Beschuldigungen.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
kleren (mv.) | Klamotten (mv.) |
de kleren | die Ausstaffierung ; die Ausstattung ; die Bekleidung ; die Kleider ; die Kleidung ; das Zeug |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `kleren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: gewaadNL: goedNL: kledijNL: kledingNL: plunjeNL: tenue