Vertaal
Naar andere talen: • kietelen > ENkietelen > ESkietelen > FR
Vertalingen kietelen NL>DE

kietelen

werkw.
Uitspraak:  [ˈkitələ(n)]
Verbuigingen:  kietelde (verl.tijd ) heeft gekieteld (volt.deelw.)

1) (iemand) zo met je vingers aanraken dat hij of zij moet lachen en krampachtige bewegingen maakt - kitzeln
Ik kan niet tegen kietelen en sla dan wild om me heen. - Ich bin extrem kitzelig und schlage dann wild um mich.

2) (iemand) een beetje verleiden of verwennen - kitzeln
de consument kietelen met een aantrekkelijk product - den Verbraucher mit einem attraktiven Produkt kitzeln
jezelf af en toe een beetje kietelen met een mooi cadeautje - sich ab und zu mit einem schönen Geschenk verwöhnen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
kietelen (ww.) kitzeln (ww.)
kietelen (werkw.) kitzeln
kietelen jucken
Bronnen: interglot; Wiktionary; Diving dictionary


Voorbeeldzinnen met `kietelen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: kittelen
NL: kriebelen