Vertaal
Naar andere talen: • kappen > ENkappen > ESkappen > FR
Vertalingen kappen NL>DE

kappen

werkw.
Uitspraak:  [kɑpə(n)]
Verbuigingen:  kapte (verl.tijd ) heeft gekapt (volt.deelw.)

1) (een boom) onderaan met een bijl hakken tot die omvalt - kappen , fällen , roden
een protest tegen het kappen van het bos voor een nieuw vliegveld - ein Protest gegen die Rodung des Waldes für einen neuen Flughafen

2) (iemand) zijn of haar hoofdhaar knippen en in model brengen - modisch schneiden
gekapt volgens de mode van de jaren 60

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
kappen (ww.) einschneiden (ww.) ; umschlagen (ww.) ; umhauen (ww.) ; umhacken (ww.) ; schneiden (ww.) ; knipsen (ww.) ; kappen (ww.) ; hauen (ww.) ; hacken (ww.) ; fällen (ww.) ; Bäume fällen (ww.) ; abholzen (ww.)
kappen (werkw.) kappen ; fällen ; frisieren
het kappendas Ausscheiden ; das Aufhören
kappen Frisieren ; zerhacken ; Holzfällung
Bronnen: interglot; Wiktionary; Trueterm; Download IATE, European Union, 2017.; Omegawiki.org


Voorbeeldzinnen met `kappen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: afhaken
NL: bomen kappen
NL: coifferen
NL: eindigen
NL: hakken
NL: houwen
NL: knippen
NL: nokken
NL: omhakken
NL: ophouden