Vertalingen kamp NL>DE
het kamp
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [kɑmp] |
| Verbuigingen: | kampen (meerv.) |
1) terrein met tenten of eenvoudige gebouwen -
Lager (das ~), Camp (das ~) | vluchtelingenkamp - Flüchtlingslager |
2) vakantie voor jonge mensen in een kamp (1) -
Zeltlager (das ~), Ferienlager (das ~) in augustus op kamp gaan - im August ins Ferienlager gehen
schoolkamp - Schulcamp |
3) groep aanhangers van een partij -
Lager (das ~) | Zij komt uit het kamp van de tegenpartij. - Sie kommt aus dem Lager der Gegenpartei. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| het kamp | das Lager |
| de kamp (m) | der Krach ; der Konflikt ; die Kämpfe ; die Meinungsverschiedenheit ; das Quartier ; das Ringen ; der Ringkampf ; die Schlacht ; die Schlägerei ; der Streit ; die Streitigkeit ; der Twist ; das Urlaubskamp ; der Wettkampf ; der Zank ; der Zweikampf ; der Kampf ; das Kamp ; das Gefecht ; das Feldlager ; die Fehde ; das Duell ; die Bleibe ; die Balgerei ; die Auseinandersetzung |
| kamp | Armeelager ; das Zeltlager ; das Lager ; Lager ; das Jugendlager ; das Feldlager ; das Camp |
Bronnen: interglot; Omegawiki.org; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `kamp`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanhangNL: bivakNL: campingNL: concentratiekampNL: duelNL: gevechtNL: kampeerterreinNL: kampementNL: legeringNL: legerkampUitdrukkingen en gezegdes
NL: geen
kamp geven
DE: es nicht aufgeben, nicht nachgeben
