het kamp

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[kɑmp]
Verbuigingen:	-en (meerv.)

1) terrein met tenten of eenvoudige gebouwen - camp, encampment

vluchtelingenkamp - refugee camp

2) vakantie voor jonge mensen in een kamp (1) - camping, camp

in augustus op kamp gaan - go camping in August schoolkamp - school camp

3) groep aanhangers van een partij - camp, followers, support

Zij komt uit het kamp van de tegenpartij. - She is from the opposing party.

© K Dictionaries Ltd.

de kamp (m)	the billets ; the wrestle ; the twosome ; the tandem ; the struggle ; the single combat ; the quarters ; the man-to-man fight ; the holiday resort ; the field ; the encampment ; the duel ; the camp ; the army camp ; the affaire d'honneur
de kamp	the battle
kamp	action ; tented camp ; scuffle ; military camp ; combat ; campsite ; camping site ; camping ground ; camp of tents ; camp

Bronnen: interglot; Wakefield genealogy pages; Omegawiki.org; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.




NL: aanhang
NL: bivak
NL: camping
NL: concentratiekamp
NL: duel
NL: gevecht
NL: kampeerterrein
NL: kampement
NL: legering
NL: legerkamp

NL: het kamp opslaan EN: pitch camp
NL: het kamp opbreken EN: break (strike) camp EN: (strijd) fight, struggle
NL: hij gaf geen kamp EN: he stood his ground