Vertalingen kalender NL>DE
de kalender
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [kaˈlɛndər] |
Verbuigingen: | kalenders (meerv.) |
lijst met de maanden, weken en dagen van een jaar -
Kalender (der ~) op de kalender kijken welke datum het is - auf dem Kalender nachsehen, welches Datum aktuell ist |
maandkalender (=kalender met een blad voor iedere maand) - Mondkalender
|
verjaarskalender (=kalender waarop je verjaardagen van familie en vrienden opschrijft) - Geburtstagskalender
Nederlanders hangen een verjaarskalender vaak op de deur van de wc. - Niederländer hängen häufig einen Geburtstagskalender an die WC-Tür.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de kalender (m) | der Kalender ; die Zeitrechnung |
kalender | Kalander ; der Kalander ; Kalender |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Wikipedia; WiktionaryVoorbeeldzinnen met `kalender`

Voorbeeldzinnen laden....