Vertalingen inhuren NL>DE
inhuren
werkw.
Uitspraak: | [ˈɪnhyrə(n)] |
Verbuigingen: | huurde in (verl.tijd ) heeft ingehuurd (volt.deelw.) |
(iemand) betalen voor (tijdelijk) werk -
einstellen , anheuern , engagieren in het hoogseizoen extra personeel inhuren - in der Hochsaison zusätzliches Personal einstellen een interim-manager inhuren om je bedrijf te reorganiseren - zur Reorganisation des Unternehmens einen Interimsmanager engagieren |
Daar ben ik niet voor ingehuurd. (=dat is niet mijn taak) - Dafür bin ich nicht eingestellt worden.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
inhuren (ww.) | Anstellen (ww.) ; anziehen (ww.) |
het inhuren | das Anheuern ; das Einstellen ; das Engagieren |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `inhuren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aannemenNL: aantrekkenNL: contracterenNL: hurenNL: huren van persoonNL: in dienst nemenNL: kopen