Vertalingen inwisselen NL>DE
inwisselen
werkw.
Uitspraak: | [ˈɪnwɪsələ(n)] |
Verbuigingen: | wisselde in (verl.tijd ) heeft ingewisseld (volt.deelw.) |
(iets) ruilen voor iets anders -
einwechseln , einlösen gespaarde zegels inwisselen voor geld - gesammelte Marken gegen Geld einlösen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
inwisselen (ww.) | einwechseln (ww.) ; umtauschen (ww.) ; umwandeln (ww.) ; umwechseln (ww.) ; vertauschen (ww.) ; verwechseln (ww.) ; wechseln (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `inwisselen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: omruilenNL: omwisselenNL: ruilenNL: verruilenNL: verwisselenNL: wisselen