Vertalingen instinct NL>DE
het instinct
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [ɪnˈstiŋkt] |
| Verbuigingen: | instincten (meerv.) |
1) aangeboren gevoel dat je iets wilt of moet doen -
Instinkt (der ~) vogels hebben het instinct om nesten te bouwen - Vögel haben den Instinkt, Nester zu bauen.
moederinstinct - Mutterinstinkt |
2) eigenschap dat je iets goed aanvoelt -
Instinkt (der ~) | een feilloos instinct voor de geest van de tijd hebben - einen unfehlbaren Instinkt für den Zeitgeist haben |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| het instinct | die Ahnung ; der Antrieb ; der Einfall ; die Eingebung ; der Geschlechtstrieb ; der Impuls ; der Instinkt ; die Intuition ; die Leidenschaft ; die Leidenschaftlichkeit ; der Trieb ; das Vorgefühl |
| instinct | Instinkt |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `instinct`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aandriftNL: driftNL: feelingNL: gevoelNL: intuïtieNL: natuurdrift
