Vertalingen grommen NL>DE
grommen
werkw.
Uitspraak: | [ˈxrɔmə(n)] |
Verbuigingen: | gromde (verl.tijd ) heeft gegromd (volt.deelw.) |
1) (van honden) een laag geluid maken, vaak als dreiging -
knurren Zodra hij een andere hond ziet, gaat hij grommen. |
2) (van mensen) iets zeggen met brommende stem -
knurren "Ga weg" bromde de man tegen de spelende kinderen. - "Geht weg", knurrte der Mann die spielenden Kinder an. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
grommen (ww.) | brummen (ww.) ; grunzen (ww.) ; knurren (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `grommen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: brommenNL: mopperen