Vertalingen gissen NL>DE
gissen
werkw.
Uitspraak: | [ˈxɪsə(n)] |
Verbuigingen: | giste (verl.tijd ) heeft gegist (volt.deelw.) |
een vermoeden hebben (van) -
mutmaßen , raten , Vermutungen anstellen Ik kan alleen maar gissen wat zijn zijn motief is. - Ich kann nur raten, was sein Motiv ist. gissen naar de daders van de aanslag - Vermutungen über die Ausführer des Anschlags anstellen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
gissen (ww.) | annehmen (ww.) ; glauben (ww.) ; mutmaßen (ww.) ; raten (ww.) ; schätzen (ww.) ; vermuten (ww.) ; Vermutung anstellen (ww.) |
gissen (werkw.) | raten ; vermuten |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `gissen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: gokkenNL: radenNL: raden (naar)NL: vermoedenUitdrukkingen en gezegdes
NL: naar iets
gissen
DE: nach etwas raten