Vertalingen golven NL>DE
golven (ww.) | schlittern (ww.) ; wogen (ww.) ; wippen (ww.) ; winken (ww.) ; wiegen (ww.) ; wellenförmig (ww.) ; watscheln (ww.) ; wallen (ww.) ; wackeln (ww.) ; tänzeln (ww.) ; strömen (ww.) ; sichwellen (ww.) ; schwingen (ww.) ; schwenken (ww.) ; schwanken (ww.) ; schmettern (ww.) ; schlingern (ww.) ; schlingen (ww.) ; schleudern (ww.) ; schlenkern (ww.) ; schlackern (ww.) ; schaukeln (ww.) ; pendeln (ww.) ; herumfliegen (ww.) ; fließen (ww.) ; flattern (ww.) ; dünen (ww.) ; baumeln (ww.) |
golven (werkw.) | wehen ; flattern |
het golven | der Schwalle |
golven | Welligkeit |
Bronnen: interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `golven`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: baarNL: deinenNL: fluctuerenNL: golvend bewegenNL: pulserenNL: zeeUitdrukkingen en gezegdes
NL: (het haar)
golven
DE: wellenNL: (het terrein) golft
DE: wellt sichNL: golvend haar
DE: (van nature) welliges Haar, (loshangend) wallendes Haar, (golvend gemaakt) gewelltes HaarNL: gegolfd karton
DE: Wellpappe (die)