Vertalingen fatsoen NL>DE
het fatsoen
zelfst.naamw.
goede manieren -
Anstand (der ~), Schicklichkeit (die ~) Hou je fatsoen! (=gedraag je zoals het hoort) - Benimm dich anständig!
|
Voor mijn fatsoen kan ik geen 'nee' zeggen (=het is niet netjes als ik weiger) - Anstandshalber kann ich nicht nein sagen.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
het fatsoen | der Anstand ; die Anständigkeit ; die Eleganz ; die Höflichkeit ; die Korrektheit ; die Schicklichkeit ; die Sitten ; die Sittlichkeit ; die Sittsamkeit ; die Umgangsformen |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `fatsoen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: beleefdheidNL: beschaafdheidNL: betamelijkheidNL: decorumNL: eerbaarheidNL: fatsoenlijkheidNL: gemanierdheidNL: gepastheidNL: gevoeglijkheidNL: keurigheidUitdrukkingen en gezegdes
NL: zijn
fatsoen houden
DE: anständig sein, den Anstand beobachtenNL: met goed
fatsoen, voor zijn
fatsoen
DE: anstandshalber